80 jarige oorlog: Staatse compagnie te voet
Onze groep beeld een compagnie te voet in Staatse dienst uit. Globaal actief in het eerste kwartaal van de 17e eeuw. De slag bij Nieuwpoort net gehad. En volledig geschoeid op de leest die Maurits bepaald had. Net als nu was de toenmalige politiek; de Staten- generaal(daarom praten we over het Staatse leger) verantwoordelijk voor het doen en laten van het leger dat door Maurits aangevoerd werd. Je kan de Staten- generaal vergelijken met het hedendaagse ministerie van defensie.
Maurits was na het overlijden van zijn vader in 1588 benoemd tot kapitein-generaal en had het opperbevel aangenomen.
Het Staatse leger stond vooraan in ontwikkeling. En was toonaangevend voor de rest van Europa. Er word wel eens gezegd dat Maurits misschien niet de uitvinder was van al die militaire innovaties. Maar wel de eerste die het goed en structureel toepaste.
Maurits voerde een aantal rigoureuze maatregelen in in het leger van zijn vader: hij liet de artillerie standaardiseren naar 6,12, 24 en 48 pond stukken geschut en maakte hiermee de artillerie tot een effectief wapen in plaats van slechts een prestige wapen. Voor de cavalerie schrapte hij de echo van de middeleeuwen van de loonlijst: de ernstig verouderde lansiers. Die waren duur en niet meer effectief.
Voor het overblijfsel was een zuiver ceremoniële taak weggelegd. Er bleven voor de cavalerie alleen de pistoliers over. Hij boog zich over infanterie. Hellebaardiers en slagzwaarden waren onder anderen niet meer rendabel en werden geschrapt.
Er bleven slechts piekeniers, musketiers en roer schutters (de laatste verdween rond 1610 alsnog uit de bewapening) over en deze zouden gaan samen werken als een geheel op het slagveld.
Ook bepaalde Maurits dat het gedaan was met de huurlingen cultuur. Huurlingen kosten elke dag dat je ze in dienst had geld. Ook als ze niks aan het doen waren. Maar belangrijker nog: ze waren soms erg onbetrouwbaar. Het gebeurde bijvoorbeeld niet zelden dat huurlingen in het oog van de vijand hun acties staakten en om geld begonnen te roepen. Dat was niet alleen de schuld van de huurlingen. Maar had ook te maken met de onregelmatige uitbetalingen van soldij.
Maurits maakte er dus een staand beroepsleger van. Met als speerpunten: een geregelde uitbetaling van loon en een standaard samenstelling voor alle legeronderdelen. Het Staatse leger was geboren.
Eenheden kregen een vast kaderbestand dat middels een standaard systeem exercitie toepaste. Het beroemde “Wapenhandelinghe Van Roers. Mvsqvetten. Ende Spiessen” uitgebracht in 1607 van Jacob de Gheijn was een enorme hulp daarin.
Onze groep beeld een generieke compagnie te voet onder Prins Maurits uit. Geen paradepaardje of elite eenheid.
Een compagnie zoals hij door een van de vele kapiteins in onze periode opgericht kan zijn geweest in opdracht van hun kolonel. Samengesteld uit mannen geronseld uit de middenklasse. Misschien vers in de gelederen van het staatse leger. Verworven en onderworpen aan dagelijkse exercitie, wachtdienst, hand en span diensten of op oorlogspad. Misschien geverfd door de wol door de veldtocht in het oosten van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1597. In elk geval altijd gereed om de Spaanse onderdrukker het hoofd te bieden en ten alle tijden vergezeld van het kampgevolg.